Het UWV heeft de nota gedifferentieerde premies WGA en ZW 2016 gepubliceerd. Hieruit blijkt dat de premies voor de arbeidsongeschiktheids- (WGA) en ziektewetverzekeringen (ZW) ook in 2016 vrijwel stabiel blijven.
De gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (Whk) is voor elke werkgever de som van drie onderliggende premiecomponenten:
- de gedifferentieerde premie WGA-vast
- de gedifferentieerde premie WGA-flex
- de gedifferentieerde premie ZW-flex
Een werkgever kan zich bij het UWV voor de drie premiecomponenten verzekeren of eigenrisicodrager worden voor de twee afzonderlijke componenten WGA-vast en ZW-flex. Voor elk premiecomponent waarvoor een werkgever eigenrisicodrager is, is de gedifferentieerde premie 0%. De berekeningswijze is voor elk van de drie gedifferentieerde premies gelijk.
Elke bij het UWV verzekerde werkgever wordt ingedeeld in één van de drie grootte-klasses:
- kleine werkgevers
- middelgrote werkgevers
- grote werkgevers
De indeling is bepalend voor de wijze waarop de gedifferentieerde premie wordt berekend.
Lees hieronder de samenvatting van de nota.
WGA voor vaste dienstverbanden
De WGA-vast premie is vrijwel stabiel in 2016: het gemiddelde premiepercentage daalt van 0,48% in 2015 naar 0,47% in 2016. De daling wordt veroorzaakt doordat de stijging van de loonsom groter is dan de stijging van de lasten. De lasten stijgen met 5% ten opzichte van 2015. Dit is een voorziene toename. De WGA bevindt zich namelijk tot en met 2017 in een opbouwfase. In dat jaar zullen voor het eerst uitkeringen met een duur van tien jaar of meer collectief worden gefinancierd en niet meer meetellen voor de premiedifferentiatie. Daar staat tegenover dat ook de loonsom stijgt waarover de premie wordt geheven. Dit is een gevolg van een toename sinds 2014 van het aantal werkgevers dat zich bij UWV heeft verzekerd. Deze werkgevers nemen bij terugkeer geen lopende uitkeringen mee en kunnen pas na twee jaar nieuwe uitkeringen ’veroorzaken’ die in de hun WGA-premie tot uiting komen. Voor werkgevers die al bij UWV verzekerd zijn, stijgt de premie gemiddeld met 0,02%-punt. De gemiddelde sectorale premie voor kleine werkgevers daalt licht. Van de bij UWV verzekerde werkgevers zal 53% met een daling en 35% met een stijging van de premie WGA-vast te maken krijgen.
WGA voor flexibele dienstverbanden
De WGA-flex premie blijft in 2016 stabiel: het gemiddelde premiepercentage is ook in 2016 0,24%. Doordat het aantal WGA-flexuitkeringen zich minder snel heeft ontwikkeld in 2014 en 2015 dan voorzien bij de introductie van BeZaVa, is er van 2015 naar 2016 geen stijging van de gemiddelde WGA-flex premie noodzakelijk. Het aantal uitkeringen dat wordt gefinancierd vanuit de Whk (WGA-flexuitkeringen sinds 2012) neemt in 2016 echter wel toe en blijft dat doen tot en met 2022. In dat jaar zullen de eerste WGA-flex-uitkeringen een duur van 10 jaar bereiken. In 2016 worden met de WGA-flex premie-ontvangsten uitkeringen gefinancierd die in vijf jaar tijd ontstaan zijn (2012-2016). In 2015 was dit nog vier jaar (2012-2015).
ZW voor flexibele dienstverbanden
De ZW-premie blijft in 2016 vrijwel stabiel: het gemiddelde premiepercentage stijgt van 0,35% in 2015 naar 0,36% in 2016. Door de toename van het eigenrisicodragerschap ZW in 2015 en een verwachte verdere toename in 2016 neemt de totale loonsom van bij UWV-verzekerde werkgevers af. Ook de uitkeringslasten nemen door deze toename van het eigenrisicodragerschap af maar relatief iets minder. Dit komt doordat werkgevers die eigenrisicodrager worden gemiddeld een iets lager ZW-risico hebben dan werkgevers die bij UWV blijven. Deze ontwikkeling resulteert per saldo in een geringe stijging van de gemiddelde premie. De gemiddelde sectorale premie voor kleine werkgevers daalt echter licht. Van de bij UWV verzekerde werkgevers zal daarom 65% met een daling en 19% met een stijging van de premie ZW te maken krijgen.
Marktontwikkelingen WGA en ZW
Voor twee van de drie premiecomponenten kunnen werkgevers eigenrisicodrager worden: de WGA voor vaste dienstverbanden en de ZW voor flexibele dienstverbanden. In 2015 zijn 66.000 werkgevers eigenrisicodrager voor de WGA met een gezamenlijke loonsom van €84 miljard. Dit is een daling ten opzichte van 2014 toen 78.000 werkgevers eigenrisicodrager waren met een loonsom van €89 miljard. Het marktaandeel van eigenrisicodragers is gedaald van 46% van de loonsom in 2014 naar 43% van de loonsom in 2015 conform de raming van UWV uit de vorige premienota. Voor 2016 verwachten we nog een zeer lichte daling van het marktaandeel van eigenrisicodragers tot 42%.
Voor de ZW is er juist een toename van het eigenrisicodragerschap. In 2015 zijn 6.700 werkgevers eigenrisicodrager met een gezamenlijke loonsom van €61 miljard. In 2014 waren dit er 5.300 met een loonsom van €47 miljard. Het marktaandeel van eigenrisicodragers is gestegen van 24% van de loonsom in 2014 naar 31% van de loonsom in 2015. In 2016 verwachten we een verdere stijging van het marktaandeel van eigenrisicodragers naar 36%.
Gedifferentieerde premies WGA en ZW 2016
De gedifferentieerde premie Werkhervattingskas bestaat in 2016 uit drie componenten. In onderstaande tabel vindt u het overzicht van de belangrijkste premies en parameters WGA en ZW voor het premiejaar 2016, zoals deze door het UWV zijn vastgesteld.
Premies en parameters Werkhervattingskas
2015 | 2016 | |
---|---|---|
Gemiddelde loonsom | 31.400 | 31.900 |
Grens grote/middelgrote werkgever | 3.140.000 | 3.190.000 |
Grens middelgrote/kleine werkgever | 314.000 | 319.000 |
WGA-vast | 2015 | 2016 |
Gemiddeld percentage | 0,48% | 0,47% |
Rekenpercentage | 0,50% | 0,48% |
Gemiddelde werkgeversrisico | 0,28% | 0,27% |
Correctiefactor werkgeversrisico | 1,36 | 1,34 |
Minimumpremie (grote werkgever) | 0,12% | 0,11% |
Maximumpremie (grote werkgever) | 1,92% | 1,88% |
WGA-flex | 2015 | 2016 |
Gemiddeld percentage | 0,24% | 0,24% |
Rekenpercentage | 0,25% | 0,25% |
Gemiddelde werkgeversrisico | 0,06% | 0,09% |
Correctiefactor werkgeversrisico | 2,00 | 2,00 |
Minimumpremie (grote werkgever) | 0,06% | 0,06% |
Effectieve minimumpremie (grote werkgever)** | 0,13% | 0,07% |
Maximumpremie (grote werkgever)* | 0,96% | 0,96% |
ZW-flex | 2015 | 2016 |
Gemiddeld percentage | 0,35% | 0,36% |
Rekenpercentage | 0,40% | 0,39% |
Gemiddelde werkgeversrisico | 0,22% | 0,23% |
Correctiefactor werkgeversrisico | 1,42 | 1,30 |
Minimumpremie (grote werkgever) | 0,08% | 0,09% |
Maximumpremie (grote werkgever)* | 1,40% | 1,44% |
*) De maximumpremie in de sector Uitzendbedrijven wijkt voor de WGA-flex en ZW-flex af van de maximumpremie die geldt voor werkgevers in de overige sectoren. De maximumpremie voor de sector Uitzendbedrijven bedraagt voor de WGA-flex en ZW-flex respectievelijk 6,32%% en 7,10%.
**) UWV stelt conform wettelijke voorschriften minimumpremies vast, maar het samenstel van wettelijke regels m.b.t. de premies en parameters zorgt ervoor dat voor de WGA-flex in zowel 2015 als 2016 het laagste premiepercentage dat een werkgever feitelijk kan betalen hoger ligt dan dit formele minimum. Daarom tonen we bij de WGA-flex ook de effectieve minimumpremie.
Minister Asscher heeft een aantal wijzigingen in de premiedifferentiatiesystematiek bij UWV aangekondigd (Kamerbrief 22 juni 2015). De eerste wijziging is een samenvoeging van de premies voor WGA-vast en –flex. Deze aanpassing was eerder voorzien op 1 januari 2016, maar is uitgesteld om de verzekeringsmarkt meer tijd te geven om zich voor te bereiden op deze wijziging.
Bron: UWV, 1 september 2015 | Download hier de Nota Gedifferentieerde premies WGA en ZW 2016 | Zie ook de publicatie Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2016 in de Staatscourant, 1 september 2015
Geef een reactie